In de vorige eeuw zijn veel terpen afgegraven vanwege de vruchtbare grond. Vaak werden dan ook bijzondere vondsten gedaan, zoals dit grafveld bij de terp Hogebeintum, de hoogste terp in Friesland. Hier is het skelet van een vrouw gevonden, begraven in een eiken boomstamkist. Dit is erg bijzonder voor het terpengebied omdat hier bijna geen bomen groeien, laat staan dikke bomen. Daarom denkt men dat deze stam geïmporteerd is van verder weg.
Om haar hals had ze een mooie kralenketting bestaande uit 35 glazen kralen, 2 van barnsteen, enkele van been en 121 parelmoerschijfjes. De combinatie boomstamkist en duur kralensnoer doet vermoeden dat het om een vrouw met status gaat. Ze was 40-50 jaar oud geworden, en voor die periode, de 7e eeuw, behoort ze dan ook tot de oudere garde.
Het Friese publiek heeft haar de naam Beitske gegeven. Een naam die echt Fries is en ook verwijst naar de terp Hogebeintum.